Natriumchloride is een zout met de scheikundige formule NaCl. Dit zout wordt in de volksmond 'keukenzout' genoemd omdat het bij de bereiding van voedsel vaak gebruikt wordt als smaakmaker en conserveermiddel.

Natriumchloride is bij kamertemperatuur een witte kristallijne stof met een kubische kristalvorm, die goed oplosbaar is in water. Natriumchloride bestaat uit 40% natrium en 60% chloride. Het woord natrium is afgeleid van het Griekse nítron dat te vertalen is als "natuurlijk zout".
Natriumchloride wordt op drie manieren gewonnen: door het indampen van pekel (zoutwater), door het indampen van zeewater of door mijnbouw in zoutmijnen.

Dagelijks heeft het menselijk lichaam minimaal 2 gram zout nodig. In Nederland wordt gemiddeld 10 tot 12 gram zout per dag genuttigd. Vooral kant en klaar maaltijden bevatten veel zout, waarbij de pizza het hoogste scoort, maar ook in brood zit vrij veel zout. Op verpakkingen van etenswaren staat het natriumgehalte vermeld. Te veel zout eten veroorzaakt hoge bloeddruk, hetgeen weer hart- en vaatziekten kan veroorzaken. Jaarlijks sterven in Nederland ruim 5000 mensen omdat er teveel zout wordt gegeten.

De Nederlandse Gezondheidsraad adviseerde eind 2006 om niet meer dan 6 gram zout (2,4 gram natrium) per dag te eten. Nog minder zout zou beter zijn, maar dat is in de praktijk nauwelijks te realiseren, omdat driekwart van het zout dat mensen eten, binnenkomt met kant-en-klare voedingsmiddelen, waar de consument geen invloed op heeft.

Literatuur: Wikipedia.nl